Onze Kinderopvang ‘School uit de Toekomst’

5 dagen per week naar onze kinderopvang is geen probleem voor het kind. En voor de ouders zeker niet als zij beiden fulltime werken.
Voor het kind is het één grote speeltuin waar hij elke dag nieuwe dingen en woorden leert. Leren is geluk.
Thuis kan het kind nooit zoveel leren als bij ons. Ze leren springen, gooien, yoga oefeningen en stilzitten, lezen en rekenen, ze leren zelfstandig koken, voor de kippen en konijnen zorgen, ze leren van alles (samen) in elkaar zetten, ze leren puzzelen, tekenen, verven, kleien, zingen, dansen, muziek maken op tientallen muziekinstrumenten, winkeltje spelen, theekransjes organiseren met eigen gebakken lekkernijen.
Elke week heeft een thema, een land, een kleur ….
Er is voortdurende aandacht, speelkameraadjes, honderden stukken speelgoed, een enorme tuin vol avonturen, bloemen- en groentetuintjes.
De aandacht van de juffen is waar het om gaat qua kwaliteit van de kinderopvang. Kinderen leren het meeste van ouderen, die vragen kunnen beantwoorden, waarvan je nieuwe woorden leert en vertelt over zoveel dingen in de wereld die je nog niet weet.
Onze kinderopvang is niet een kinderopvang waar ze de kinderen alleen laten spelen. Leren is waar het bij ons om draait, want leren is groeien en leren maakt je kind gelukkig.

De kinderen willen meestal niet mee als ze opgehaald worden. Ook ’s avonds niet, want dan vragen ze of ze mogen blijven slapen.
Eén van de juffen moet dan mee met een ’smoesje’ naar de auto of bakfiets, anders is het huilen geblazen.

P.S.: In het artikel wordt gezegd: ‘ja maar dan zie je je kind nog nauwelijks’. Klopt dat wel als het kind minimaal 14 van de 24 uur per dag niet op de kinderopvang is, evenmin als de 48 uur van de weekenddagen. Dat is 30% van de uren in de week.

Lees hier het artikel ‘Vijf dagen per week kinderopvang: taboek of uitkomst?’

Bron: kinderopvangtotaal.nl  
Auteur: Frida Noordzij
Datum: 28 oktober 2025

Vijf dagen per week kinderopvang: taboe of uitkomst?

Hoe goed de kwaliteit van de Nederlandse kinderopvang ook is, veel mensen vinden nog steeds dat kinderen het beste af zijn thuis, bij hun vader of moeder. Twee dagen per week naar de kinderopvang is algemeen geaccepteerd, maar op vijf dagen rust een taboe. Is dat eigenlijk terecht? En kan het kwaad als een kind vijf dagen per week naar de kinderopvang gaat?

In Nederland gaan kinderen gemiddeld twee dagen per week naar een vorm van kinderopvang. Dat kan dagopvang zijn, buitenschoolse opvang of gastouderopvang. Dat blijkt uit cijfers van de kwartaalrapportages voor de Rijksoverheid. Naast deze formele vormen van kinderopvang, gaat een deel van de kinderen nog een of meerdere dagen per week naar een andere verzorger, zoals opa of oma, een tante of buurvrouw. Dat lijkt allemaal breed geaccepteerd. Maar stel dat je vijf dagen per week gebruikt maakt van de kinderopvang? Pedagoog Belle Barbé deelde onlangs op Instagram dat haar vier kinderen vijf dagen per week naar de kinderopvang gaan. “Daar schaam ik me niet voor”, schreef ze in een post. “Ik heb het altijd bizar gevonden dat daar in Nederland een taboe op lijkt te liggen. Zeker omdat kinderen doorgaans met 4 gewoon wel 5 dagen naar school gaan.”

Ouders aan het woord

‘Het moest wel de allerleukste en allerbeste opvang zijn, zodat ik me er minder schuldig over hoef te voelen’, vertelt Belle in een interview met RTL Nieuws. ‘Ik voel en zie gewoon dat het goed gaat met mijn kinderen. Ik denk zelfs dat ze op de opvang vaak een leukere dag hebben dan bij mij.’ Toch lokte haar post op Instagram een aantal minder positieve reacties uit. Zoals iemand die vindt dat “vijf dagen wel veel is. Veel weekendouders gaan dan compenseren en constant leuke activiteiten ondernemen in die twee dagen. Ik vraag mij af of dat wel zo goed is.” En een moeder reageert: Oef ik vind 5 dagen opvang/bso heel veel, zou dat zelf niet kunnen. (…) Voor mij weeg het belang van mijn kinderen het zwaarste. (…) Mijn tijd komt wel weer.”

‘Het is oké en het klopt, voor ons’, stelt Belle. ‘Maar het is wel een zwakke plek voor mij, ik ben er makkelijk op te pakken. De paar negatieve reacties onder mijn Instagrampost blijven me meer bij dan de vele positieve.’

Peiling op Instagram

Als redactie besloten we op ons eigen Instagramaccount een poll te plaatsen: wat vinden pedagogische professionals van vijf dagen per week kinderopvang? En is het mogelijk om kinderen vijf dagen per week te brengen? 354 mensen vulden die laatste vraag in, 87% stemde op “Ja, geen probleem!”. 10% stemde op “Nee, wij hebben een maximaal aantal dagen waarop kinderen kunnen komen.” En 3% stemde op “Anders…”. Op de vraag wat onze volgers vinden van ouders die hun kinderen vijf dagen per week naar de kinderopvang brengen, reageerden 460 mensen. 16% vindt dat prima, ouders zijn vrij dit zelf te bepalen. 80% heeft daar toch moeite mee en stemde op: “Ik vind vijf dagen te veel”. 4% heeft geen mening.

“Als een kind vijf dagen per week komt, dan zien de leidsters het kind nog meer dan de ouders”, reageerde iemand op de poll. En: “Ouders horen hun kinderen op te voeden, niet wij als pm’er.” Een gastouder reageert dat zij maar vier dagen per week open is, dus bij haar is de maximale afname van opvangdagen vier. “Ik zou mijn kinderen nooit vijf dagen per week naar de opvang brengen”, reageert een ander, “maar begrijp het als ouders geen andere optie hebben.” Een andere pedagogisch professional reageert: “5 volle dagen opvang vind ik te veel prikkels en te weinig ouder-kindcontact”.

Sanne de Vet

Wat zegt de wetenschap? Is vijf dagen per week naar de kinderopvang gaan goed voor een kind, of kan het inderdaad overprikkelend zijn en veel stress opleveren? Die vraag stellen we aan Sanne de Vet, pedagoog en onderzoeker.. Haar promotieonderzoek, dat ze samen deed met collega-onderzoekers van de Universiteit Leiden, naar stress bij jonge kinderen op het kinderdagverblijf kreeg de afgelopen jaren veel media-aandacht. Naar aanleiding van dit onderzoek, maakten wij een podcast met Sanne de Vet. Beluister de podcast hier.

Een eenduidig antwoord op de vraag of vijf dagen per week kinderopvang goed of slecht is voor een kind is niet te geven, stelt Sanne. ‘Het lig genuanceerder dan dat. De kwaliteit van de kinderopvang is het allerbelangrijkste. Of een kind een of twee dagen gaat, of vijf: de kwaliteit van de opvang maakt dat een kind daar goed gedijt of niet. En die kwaliteit wordt grotendeels bepaald door de relatie met de pedagogisch professionals.’ Maar er spelen meer factoren mee, zoals het aantal uur dat een kind op een dag komt. ‘We weten uit grootschalig onderzoek, en in mijn promotieonderzoek werd dat ook bevestigd, dat meer uur kinderopvang samenhangt met een hogere cortisoltoename over de dag. Met een piek in de middag. We denken dat niet per se de hoeveelheid dagen, maar vooral lange dagen stressverhogend kunnen zijn voor kinderen.’

Situatie is per kind verschillend

Sanne maakt daarbij wel de kanttekening dat de kinderen die worden gevolgd in deze onderzoeken meestal een stabiele thuissituatie hebben, en een warme, liefdevolle omgeving gewend zijn. ‘Logisch dat de kinderopvang dan stress kan geven, omdat de overgang van deze veilige, rustige thuisomgeving naar een groep met meerdere kindjes en meerdere verzorgers best spannend en intensief kan zijn. Vooral kinderen uit een minder gunstige thuisomgeving kunnen profiteren van kwalitatief goede kinderopvang. Uit een onderzoek onder kinderen tussen de 8 en 36 maanden oud blijkt bijvoorbeeld dat kinderopvang kan werken als buffer wanneer de moeder depressieve klachten heeft. Als er thuis lastige omstandigheden zijn, met veel moeite, stress en ruzie, vindt een kind het misschien juist fijn om ergens anders te zijn, met leeftijdgenootjes te spelen en gerichte aandacht van pedagogisch professionals te krijgen.’

Continuïteit en stabiliteit

Sanne ziet ook dat kinderen juist veel baat kunnen hebben bij de stabiliteit en continuïteit die kinderopvang biedt. ‘Voor elk kind is het beter om niet allerlei verschillende “opvoedarrangementen” te hebben, waarbij een kind elke dag naar een andere verzorger en een andere plek gaat. Dat is heel onrustig. Als ouders fulltime werken, dan geeft vijf dagen kinderopvang – op één vaste plek – stabiliteit voor een kind. Mits de stabiliteit daar op orde is, en helaas zien we dat dat lang niet altijd het geval is.’

Maar: er is geen one size fits all, besluit Sanne. ‘Het zit nog heel erg in de Nederlandse cultuur dat er een taboe rust op vijf dagen kinderopvang. Het is niet simpelweg goed of slecht – het draait om de kwaliteit van de opvang en wat werkt voor individuele ouders en kinderen. Goede kinderopvang kan juist een buffer zijn, vooral voor kinderen uit minder stabiele thuissituaties. Maar lange dagen kunnen stressvol zijn, zeker voor jonge kinderen. Het gaat dus niet per se om het aantal dagen, maar vooral om de kwaliteit van de zorg én de kwalitatief goede momenten die ouders samen met hun kind hebben. Dat wanneer de kinderen thuis zijn, ouders ook echt aanwezig kunnen zijn.’