Een groep van ruim 3000 professionals waaronder kinderartsen, wetenschappers en pedagogen ondertekende de brandbrief die het ouderinitiatief Smartphonevrij Opgroeien onlangs stuurde aan de Nederlandse overheid. Het doel: kinderen behoeden voor schade door smartphonegebruik. En die schade is alom aanwezig, zegt Steven Pont, mede-ondertekenaar van de brief. Pm’er Birgit vertelt waarom ook zij ondertekende – en waarom meer pm’ers dat zouden moeten doen.
De kinderartsen en andere professionals roepen in de brandbrief aan de overheid op tot ‘dringende actie’ om te komen tot een ondergrens van 14 jaar voor een eigen smartphone en een ondergrens van 16 jaar voor toegang tot sociale media.
De kindertijd is te kort om door te brengen op een smartphone, staat in de brief. De initiatiefnemers maken zich zorgen over de veiligheid en ontwikkeling van kinderen als gevolg van smartphonegebruik, specifiek de apps waarbij bedrijven verdienen aan de aandacht van het kind. Uren “die ten koste gaan van zaken die bijdragen aan een gezonde ontwikkeling van kinderen”, aldus de brief. Eerder al lanceerde smartphonevrijopgroeien.nl een ouderpact dat inmiddels door zo’n 35.000 ouders in Nederland is ondertekend. Het pact verenigt ouders in het niet-geven van een smartphone aan hun kind en helpt dus om de groepsdruk te verminderen.
Aandacht
Hoewel nog maar weinig 0- tot 4-jarigen in de kinderopvang een eigen smartphone hebben, is de invloed ervan duidelijk merkbaar, vertelt Birgit. Zij werkt al vijftien jaar in de bso en de peuteropvang in Zwolle en pikt de kinderen die thuis vaak een telefoon vasthebben, er zó uit: ‘Als ik een boekje voorlees, merk ik dat de aandacht sneller weg is, dan wanneer ik op de tablet een verhaaltje afspeel.’ Ook lopen deze kinderen vaak achter in de taalontwikkeling.
Ontwikkelingspsycholoog Steven Pont zag laatst hoe een éénjarig kind bladzijden uit een boek, dat hij vasthield, probeerde te swipen. Volgens de World Health Organisation (WHO) mag een kind onder de twee jaar nog helemaal geen schermen om zich heen hebben. Pont: ‘Als een éénjarige in een boek swipet, weet je dat dat niet helemaal gelukt is.’
Ouders begeleiden
Pont vindt dat de kinderopvang een ‘een veel grotere broek mag aantrekken’ als het gaat om begeleiding van ouders in de opvoeding. ‘Daar werken professionals, mensen die ervoor gestudeerd hebben. Ouders geven hun kinderen niet uit slechtigheid een smartphone. Er is geen cursus als je kinderen krijgt, maar wel een cursusleider: de pedagogisch medewerker. Pedagogisch medewerkers mogen best uitleggen aan ouders waaróm smartphones geen goed idee zijn voor kinderen.’
Uit ons eerdere interview met Steven Pont: ‘Sociale vaardigheid leer je in de zandbak, niet op de smartphone’
‘Het aantal uren dat kinderen online zijn, kun je zien als een bedreiging voor de ontwikkeling van kinderen. Menselijke interactie, de sociale vaardigheden, worden opgedaan door ervaring. Bijvoorbeeld door ruzies op te lossen of met emoties om te gaan. Als een kind veel online is, mist het al die ervaringen.’
Birgit probeert dat wel: ouders aanspreken. Ze ziet bij haar kinderopvang in Zwolle regelmatig dat een kind in een buggy naar de opvang komt met papa of mama’s telefoon in de hand. ‘Waarom?’, denk ik dan, ‘het kind heeft toch genoeg te kijken?’ Ze vraagt ouders om meer boekjes voor te lezen of spelletjes te spelen, bijvoorbeeld iets simpels als memory, maar ze heeft niet het idee dat het vaak effect heeft. Een kind achter een schermpje tijdens het koken? ‘Laat ze helpen!’, zegt Birgit. ‘Kinderen vinden dat heel leuk en helpen versterkt hun zelfvertrouwen.’
Steven Pont: ‘Jij kunt als professional het systeem doorbreken’
Ook Steven Pont ziet de aandachtsspanne van kinderen kleiner worden en het gedrag drukker. ‘Ik ben niet tegen schermpjes, maar je moet het mondjesmaat toevoegen aan het bestaan. Helemaal niets in de eerste twee jaar, en daarna heel langzaam opbouwen.’ Liefst zonder de verslavende apps: ‘Ouders zijn niet opgegroeid met de gevaren van smartphones en daarom wint de industrie het heel makkelijk van hen. Ouders halen hun legitimatie uit “andere ouders doen het ook”.’ Mede daarom vindt Pont Smartphonevrij Opgroeien een heel goed initiatief. ‘Jij kunt als ouder, of als professional, het systeem doorbreken. Het is best lastig om je kind geen smartphone te geven, want dan kan het vervreemden van de rest van zijn leeftijdsgenootjes. Tenzij het grootste deel van de klas geen smartphone heeft.’
Uit ons eerdere interview met Steven Pont
Grote bedrijven weten inmiddels hoe je kinderen zo lang mogelijk met de ogen op het scherm houdt. ‘Het gevolg is dat in kinderfilmpjes de shots elke 2 á 3 seconden wisselen. (…) Het kinderbrein ontwikkelt zich zodanig dat het elke 3 seconden een nieuwe uitdaging wil hebben. Het kind gaat op zoek naar steeds meer prikkels. Een boekje lezen wordt saai. Langer dan 5 minuten concentratie houden op school wordt al lastig.’
Birgit: ‘Als je je kind leert lopen, doe je dat in een veilige omgeving. Zodra een kind kan lopen, gooi je toch ook niet de voordeur open en laat je het kind de weg oversteken? Dat doen we nu eigenlijk wel met onze kinderen op het gebied van internet en social media.’ ‘Ik denk dat dat ook heel belangrijk is om te benoemen dat we elkaar niet af moeten vallen of veroordelen. Maar dat we gewoon samen moeten gaan kijken: hoe kunnen we nou kinderen voor en tijdens de basisschooltijd de kans geven om de sociaal-emotionele vaardigheden zonder smartphones bij te brengen?’
‘Zodra een kind kan lopen, gooi je toch ook niet de voordeur open en laat je het kind de weg oversteken?’
Het valt Birgit op dat maar weinig pedagogisch medewerkers tot nu toe de brandbrief hebben ondertekend. ‘Als iemand elke dag met kinderen te maken heeft, dan is het wel de pedagogisch medewerker. We hebben misschien niet allemaal wetenschappelijke kennis over het brein, maar wij zijn wel degenen die dagelijks met de kinderen in de praktijk werken. En ook allemaal echt wel zien wat het smartphonegebruik met kinderen doet.’
Bron: kinderopvangtotaal.nl
Auteur: Sophie van Asperen
Datum: 5 juni 2025