Mocht kinderopvang daadwerkelijk bijna-gratis worden en mocht de overheid dus meer gaan investeren in de opvang, dan zal de druk toenemen om ‘het rendement’ daarvan te meten. Dat gebeurt vaak door pre-academische vaardigheden te meten. Maar is dat wel zo verstandig? Dat vraagt onderzoeksjournalist Mark Mieras zich af, die hierover een wetenschappelijk artikel schreef.
Het artikel is gebaseerd op onderzoek gefinancierd door de Brancheorganisatie Kinderopvang. In het artikel op ESB.nu legt Mieras uit dat inzetten op pre-academische vaardigheden ten koste kan gaan van meta-cognitieve vaardigheden: minder meetbare vaardigheden, maar die juist belangrijk zijn voor ‘levenssucces’. Mieras pleit ervoor om de autonomie en het vakmanschap van kinderopvangprofessionals te bevorderen in plaats van te sturen via directe controle.
Kansen op een succesvol leven
De kansen op een succesvol, sociaal en gelukkig leven worden vroeg bepaald, aldus Mieras in het artikel. Als de overheid meer gaat investeren in opvang, ligt volgens de wetenschapsjournalist de verleiding op de loer om het ‘rendement’ van deze maatschappelijke ‘investering’ af te meten aan de hand van opbrengstcriteria. ‘Bijvoorbeeld de mate waarin pre-academische vaardigheden zoals woordenschat en rekenen worden ontwikkeld.’ Maar is het verstandig om op pre-academische vaardigheden in te zetten of moeten we anders kijken naar de kinderopvangkwaliteit, vraagt Mieras zich af. Hij benoemt een aantal cruciale vaardigheden uit de wetenschappelijk literatuur, die de ontwikkeling en (latere) prestaties van jonge kinderen ten goede komen.
Zelfsturing
De vaardigheid om te leren en je aan te passen wordt meta-cognitie genoemd. En meta-cognitie blijkt levenslang belangrijk te zijn voor hoe mensen presteren en sociaal functioneren. ‘Wie over een goede zelfsturing beschikt, kan beter met stress, verleiding en frustratie omgaan – en kan veel problemen voorkomen door zichzelf af te leiden van stressoren, door te focussen op wat lukt en positief is, en door frustratie los te laten. Dat helpt dan weer om vrienden te maken, en om in het leven gelukkig en succesvol te zijn.’ Peuters met een haperende zelfsturing ondervinden ook later in hun leven allerlei moeilijkheden. Een tijdige ontwikkeling van de zelfsturing is belangrijk omdat deze ontwikkeling na het zevende levensjaar stopt. ‘Dit kan door kinderen te trainen via activiteiten, waarbij ze veel eigen initiatief kunnen nemen.’
‘Eigen initiatief van kinderen is belangrijk voor de ontwikkeling van het zelfvertrouwen’
Zelfvertrouwen
Eigen initiatief van kinderen is belangrijk voor de ontwikkeling van het zelfvertrouwen.Een deel van de peuters verinnerlijkt het idee dat ze zelf bepalen wat ze kunnen bereiken, en dat dit initiatief ze verder zal brengen — dat heet ‘interne beheersoriëntatie’. Maar een ander deel gaat juist geloven dat het structureel afhankelijk is van anderen en van omstandigheden – ‘externe beheersoriëntatie’. ‘Onderzoekers signaleren een maatschappelijke trend waarbij kinderen al twee generaties lang opschuiven naar een externe oriëntatie. En die trend gaat gelijk op met een toenemende zwaarmoedigheid en burn-out bij jongvolwassenen. Dit wordt door onderzoekers in verband gebracht met de inperking van de fysieke speelruimte. Dat is zonde, want speelse activiteiten stimuleren kinderen om een interne oriëntatie te ontwikkelen, en om zelfvertrouwen op te bouwen.’
Nieuwsgierigheid
Nieuwsgierigheid brengt kinderen leerzame ervaringen en activiteiten. Het is een biologische motor voor ontwikkeling en leren, en ‘essentieel’ voor schoolrijpheid. ‘Onderzoekers ontdekten dat kinderen, gedreven door nieuwsgierigheid, verrassend systematisch hun eigen leerproces organiseerden. Zorgelijk genoeg, zie je de nieuwsgierigheid in de loop van de kindertijd vaak dalen. Onderzoekers wijten dat aan een opvoed- en schoolcultuur waarin de ontwikkeling synoniem is met wat je weet en kunt, en niet met de vaardigheid om het zelf te ontdekken’, zo staat in het artikel.
Plezier en initiatief
Eigen initiatief kun je zien als een fundament voor de ontwikkeling van de bovengenoemde meta-cognitieve vaardigheden van zelfsturing, zelfvertrouwen en nieuwsgierigheid. ‘Daarmee is ook intrinsieke motivatie en plezier wel degelijk relevant voor de ontwikkeling van toekomstkansen.’ Dat betekent niet dat we kinderen slechts hun gang moeten laten gaan, en dat we het ontwikkelen aan ze moeten overlaten, aldus Mieras in het artikel. ‘Begeleid spel kan namelijk pre-academische vaardigheden stimuleren – en tegelijkertijd bijdragen aan zelfsturing, nieuwsgierigheid en een interne oriëntatie. Het inzicht betekent echter wel dat we op onze hoede moeten zijn om te sturen ten koste van de eigen impulsen van het kind.’
‘Vakmanschap stimuleren levert in de kinderopvang meer op dan leerdoelen stellen, controleren en methoden voorschrijven’
Ontwikkeling medewerkers
Bij het ontwikkelen van de vaardigheden, vervullen pedagogisch medewerkers natuurlijk een sleutelrol. Het is dan ook belangrijk volgens Mieras om te investeren in de professionals die in de kinderopvang en kindcentra werken. Hij neemt als voorbeeld kinderopvang in Milaan. ‘Kindcentra hebben in Milaan grote vrijheid om de activiteiten vorm te geven. Een inspectiekader werd afgeschaft, maar van pedagogisch medewerkers wordt wel verwacht dat ze, in een programma begeleid door de Universiteit van Milaan, voortdurend hun competenties ontwikkelen, en dat ze steeds de tijd nemen om de kinderen te observeren en daarop te reflecteren.’ Hij concludeert na een reeks voorbeelden en onderzoeken: vakmanschap stimuleren levert in de kinderopvang meer op dan ‘leerdoelen stellen, controleren en methoden voorschrijven’.
Compassie in het team
Ook een cultuur van liefde en compassie is een voorwaarde voor de ontwikkeling van jonge kinderen. ‘Compassie in het team helpt pedagogisch medewerkers niet alleen om elkaar, maar ook om de kinderen in hun groep met compassie tegemoet te treden. Jonge kinderen hechten beter aan verzorgers die zich in het kind verplaatsen, die de emoties van het kind spiegelen, en die op de impulsen van het kind inspelen.’ Er valt op compassie te sturen volgens Mieras. ‘Onderzoekers van de Universiteit van Helsinki trainden en coachten een kleine honderd directeuren van kinderdagverblijven in Zuid-Finland, en zagen daarbij de bedrijfscultuur in hun teams meetbaar veranderen.’
Conclusie
Mieras concludeert dat als de overheid – door de druk om de toenemende overheidsbijdrage te verantwoorden – de weg inslaat van leeropbrengsten meten, en voor een systeemaanpak te kiezen, het lastig zal zijn daarvan terug te keren. ‘Pedagogisch medewerkers zullen inboeten aan pedagogische kwaliteit, en hun aangeleerde hulpeloosheid zal groeien. De leemten die zo ontstaan, zullen de druk verhogen om de sturing van buitenaf verder te vergroten. Zo zal er een eenzijdige focus ontstaan op pre-academische vaardigheden bij de basisschoolvoorbereiding. Dit gaat ten koste van de meta-cognitieve vaardigheden, die cruciaal zijn voor de langetermijnontwikkeling van kinderen. Kwaliteitscriteria voor kindontwikkeling kunnen wel helpen, mits die het initiatief van en de interactie met kinderen stimuleren. En mits die het vakmanschap en de autonomie van pedagogisch medewerkers ondersteunen.’
Bron: Kinderopvangtotaal.nl
4 augustus 2023