Onze Kinderopvang ‘School uit de Toekomst’
Als kleine en onafhankelijke kinderopvang zijn wij veel vrijer en kunnen de kinderen op de eerste plaats komen en niet de financiën zoals bij vrijwel elke kinderopvang organisatie.
Wij zijn zelfs een stichting die geen winst mag maken.
De leiding van de kinderopvang is daarbij onbetaald.
Onze kinderopvang is naast een hypotheek van de RABO bank en een groep crowdfunders geheel gefinancierd uit giften.
Lees hier het artikel ‘Ouders vinden dat opvangorganisaties geen winst mogen maken’
Bron: Kinderopvangtotaal.nl
Auteur: Jacqueline van Niekerk
Datum:
Ouders vinden dat opvangorganisaties geen winst mogen maken
Ouders zijn zeer uitgesproken over het maken van winst in de kinderopvang. Slechts 6 procent van de ouders vindt dat kinderopvangorganisaties winst mogen maken en dat vrijelijk mogen uitgeven. Dat blijkt uit een peiling van Stichting Voor Werkende Ouders.
Stichting Voor Werkende Ouders voerde in oktober een onderzoek uit naar ouders en kinderopvang. Opvallend is dat 47 procent van de deelnemende ouders vindt dat opvangorganisaties wel winst mogen maken, mits het weer geïnvesteerd wordt in de kinderopvang. 30 procent is van mening dat kinderopvangorganisaties helemaal geen winst mogen maken met belastinggeld. Slechts een kleine groep ouders vindt dat kinderopvangorganisaties winst mogen maken en dat vrijelijk mogen uitgeven als de overheid een groot bedrag vergoedt.
Uit de ruim 57.000 antwoorden in de Staat van Gezinnen 2025 blijkt dat kinderopvang één van de meest dominante thema’s is waar ouders zich zorgen over maken. Het speelt in op financiële keuzes, werk-privébalans, mentale belasting én toekomstplanning. Ouders koppelen hun ervaringen rond kinderopvang vaak direct aan andere thema’s zoals woningmarkt, inkomensbeleid en kwaliteit. In 2024 stond de kinderopvang nog niet als thema in de top 5.
Beschikbaarheid en toegankelijkheid
Een grote bron van ontevredenheid is het gebrek aan plekken in zowel reguliere dagopvang (kdv) als buitenschoolse opvang (bso). Bij de lange wachtlijsten valt het op dat organisaties spreken van wachtlijsten vanaf het moment dat een ouder zwanger is. Organisaties spreken niet over de feitelijke wachttijd vanaf de starttijd van opvang. Het sentiment is dat je vanaf de dag van inschrijving aan het wachten bent en dit zorgt voor stress bij ouders, omdat het direct invloed heeft op je bestaanszekerheid. Ook een gebrek aan flexibiliteit geeft ouders stress, zoals de onmogelijkheid tot halve dagen of flexibele tijden. In sommige regio’s is helemaal geen aanbod dichtbij huis, waardoor ouders ver moeten reizen of informele (nood)opvang (familie, oppas) moeten organiseren. Ouders in cruciale beroepen ervaren dat hun roosters vaak niet matchen met de openingstijden van de opvang.
Zorgen over kwaliteit van de kinderopvang
Hoewel minder massaal genoemd dan prijs en beschikbaarheid, maakt een aanzienlijke groep ouders zich zorgen over de kwaliteit van de opvang. Ze benoemen de hoge werkdruk en personeelstekorten. Ze zien veel wisselende gezichten op de groep en minder individuele aandacht voor kinderen. Ook vinden ze dat er onvoldoende aansluiting is tussen onderwijs en bso. Ouders geven in het onderzoek aan dat ze meer waar willen voor hun geld: de kwaliteit moet volgens hen minimaal op orde zijn als de prijzen zo hoog blijven.
Meer werken als kinderopvang gratis wordt
De peiling laat verder zien dat 19 procent van de ouders meer wil gaan werken als het nieuwe stelsel wordt ingevoerd. 6 procent geeft aan minder te willen gaan werken. Ook wil 58 procent van de ouders opa en oma blijven inzetten als oppas ondanks de hoge vergoeding van de overheid. Ze waarderen de band die opa en oma met hun kind krijgen door op te passen.
Economische aspecten versus investering in kinderen
Marjet Winsemius, directeur Stichting Voor Werkende Ouders, valt het op dat het bij discussies over de financiering van kinderopvang niet gaat om het belang van de kinderopvang op kinderen: ’Helaas gaan de gesprekken over de vergoeding kinderopvang steeds meer over de economische aspecten. ‘Gaan ouders meer werken? Als de vraag stijgt, dan stijgen de prijzen de pan uit.’ Maar wat we uit het oog verliezen is de maatschappelijke waarde van de kinderopvang. De investering die de overheid doet betaalt zich bijvoorbeeld ook terug op school omdat kinderen bijvoorbeeld de taal beter beheersen weten we uit diverse onderzoeken. Het is bovendien gek dat we nooit deze discussie hebben over het onderwijs vanaf 4 jaar. Maar alles buiten schooltijd en voor de vierde verjaardag wordt gezien als een kostenpost in plaats van een investering. Het zou goed zijn om de maatschappelijke aspecten van de kinderopvang eens te gaan waarderen.’
