Mirjam Veldhoven pleit voor erkenning: ‘Kind met voorsprong mag niet worden genegeerd’

23 maart 2024 | Laatse Inzichten in het Onderwijs

Als je werkt met kinderen hoor en lees je vaak over ontwikkelingsachterstanden. Op scholen en kinderopvangcentra worden allerlei maatregelen genomen om deze kinderen te begeleiden. Minder vaak wordt aandacht besteed aan kinderen die juist een ontwikkelingsvoorsprong hebben. Dat moet veranderen, vindt Mirjam Veldhoven, expert op dit gebied. Graag ziet ze dat het signaleren van ontwikkelingsvoorsprong en hoogbegaafdheid onder de aandacht wordt gebracht.

Veldhoven wist dat er iets moest veranderen toen ze erachter kwam dat haar eigen kind hoogbegaafd was.’ Toen werd voor mij pas duidelijk dat er in Nederland heel erg wordt gefocust op kinderen met een stoornis of achterstand. Op zich natuurlijk heel goed, maar hierdoor kreeg mijn kind in het begin wel de verkeerde “labels” opgeplakt. Toen ik doorkreeg dat er geen sprake was van een stoornis, maar van hoogbegaafdheid, vielen de zaken op hun plaats. Ik besefte dat ik tijdens mijn werk in de kinderopvang vaak kinderen ben tegengekomen met een voorsprong, maar dat toen helemaal niet doorhad.’

Persoonlijkheidskenmerken verkeerd interpreteren

Veldhoven wil ervoor zorgen dat de kennis over deze kinderen onder opvoeders vergroot wordt. ‘Kinderen met een voorsprong mogen niet worden genegeerd. Als je geen kennis hebt over dit onderwerp, ga je de kennis gebruiken die je wel hebt. Dat is waar het vaak misgaat, want dan sla je de plank finaal mis.’ Dit komt volgens Veldhoven doordat veel persoonlijkheidskenmerken van kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong of hoogbegaafdheid overeenkomen met kinderen die bijvoorbeeld ADHD of autisme hebben.

‘Vaak hebben kinderen met een voorsprong een groot rechtvaardigheidsgevoel. Op zich een positieve eigenschap natuurlijk. Toch kan het voor een pedagogisch medewerker anders overkomen als een kind steeds commentaar heeft op anderen en iedere vijf minuten komt vertellen dat de rest iets doet wat niet mag. Dit komt over als klikgedrag en heeft ook wat kenmerken van autisme in zich. Alles moet namelijk precies volgens de regeltjes verlopen. Je ziet dan dat zo’n kind dan een begeleidingstraject ingaat voor autisme, terwijl dit eigenlijk niet nodig is.’

Op welke signalen kun je letten?

Er zijn ook andere signalen waar je volgens Veldhoven als pedagogisch medewerker alert op kunt zijn. ‘Kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong hebben vaak weinig behoefte aan slaap. Daarnaast zie je dat perfectionisme heel veel voorkomt. Heel fijn op het moment dat kinderen het beste uit zichzelf willen halen, maar ze kunnen hier ook knap onzeker van worden. Stel, ze moeten iets tekenen, maar weten dat het er in hun hoofd veel mooier uit zal gaan zien dan op papier. Dan is hun gedachte dat het nooit perfect zal worden en zie je dat ze zulke dingen liever uit de weg gaan.’
Daarnaast zijn kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong volgens Veldhoven vaak kritische denkers. ‘Leuk als je wilt filosoferen, maar wanneer ze te lang en diep over iets nadenken, kan dit allerlei angsten veroorzaken.’ Hoe je daarmee omgaat, legt Veldhoven graag uit. ‘Het is belangrijk om naar ze te luisteren en het serieus te nemen. Wuif de zaken niet weg, maar ga met het kind in gesprek en vertel daarna waarom de kans klein is dat zoiets gebeurt of dat ze er geen invloed op kunnen uitoefenen.’

Kinderen met een voorsprong willen niet opvallen

Daarnaast vertonen kinderen met een voorsprong, volgens Veldhoven, vaak kameleongedrag. ‘Ze zijn een meester in zichzelf aanpassen en proberen zich vaak niet ‘anders’ te gedragen dan de rest. Zo hoor je dat ouders dan vertellen wat hun kind thuis allemaal doet en kan, maar pedagogisch medewerkers dit helemaal niet terugzien op de groep.’

Volgens Veldhoven is de samenwerking met ouders daarom cruciaal. ‘Als ouders zeggen dat hun kind thuis meer laat zien dan op de groep, kun je hier samen over in gesprek gaan. Misschien is de sfeer bij de opvang niet optimaal, waardoor het betreffende kind zich niet veilig genoeg voelt om zich te uiten. Als pedagogisch medewerker kun je daar veel aan doen. Breng onder de aandacht dat verschillen onderling juist heel mooi zijn. De een is beter in rekenen en de ander kan juist heel goed voetballen. Probeer een sfeer te creëren waardoor kinderen die hoger of lager scoren dan gemiddeld zich niet uitgesloten voelen.’

Geef ze autonomie en uitdaging

Kinderen met een voorsprong zijn leergierig en hebben interesse in onderwerpen die niet standaard zijn. ‘Hier kun je als pedagogisch medewerker ook rekening mee houden’, aldus Veldhoven. ‘Verschillende kleuren, vormen of seizoenen geven een kind met een voorsprong weinig uitdaging. Die wil het als kleuter liever hebben over spijsvertering, vulkanen of vliegtuigen. Zorg dat hier ook ruimte voor is en maak je thema’s breder. Dan blijft het voor ieder kind leuk.’

Een kind met een voorsprong heeft volgens Veldhoven meer behoefte aan autonomie. ‘Natuurlijk is het belangrijk om grenzen te stellen en te kaderen, maar een kind met een voorsprong wil heel veel dingen zelf doen. Ik heb ouders weleens geadviseerd om een checklist samen met hun kind te maken. Alle dingen die in de ochtend gedaan moesten worden voor het naar school gaan, werden opgeschreven. Dit kind werd helemaal meegenomen in het proces, zodat hij ook begreep waarom hij iedere dag zo vroeg op moest staan. In de ochtend werd het lijstje afgewerkt en stond hij iedere dag om kwart over acht klaar.’

Bron: Kinderopvangtotaal.nl
29 juni 2023

Lees hier het artikel